Vanaf 17.04.2025 mogen gehomologeerde plug & play toestellen aangesloten worden in België

Egon Gevaert

Op 17/10/2024 werd een aangepaste uitgave (editie 2.3) gepubliceerd van het technisch voorschrift C10/11 (aansluiting decentrale productie-installaties). In deze uitgave werd de verplichting tot vaste verbinding weggenomen. Dit heeft voornamelijk impact op balkon-PV-systemen en kleine mobiele batterijen met huishoudelijke stekker, maar ook op bi-directionele on-board chargers voor elektrische voertuigen, en bijvoorbeeld mobiele generatoren voor werven en evenementen.

Vanaf 17/10/2024 kunnen fabrikanten van plug&play toestellen een C10/26-homologatie aanvraag

indienen, en vanaf 17/04/2025 mogen C10/26-gehomologeerde plug&play toestellen aangesloten worden op een elektrische installatie.

 

Publicatie aangepast voorschrift C10/11 (aansluiting decentrale productie-installaties)

In uitgave 2.3 van het technisch voorschrift C10/11 zoals gepubliceerd op 17/10/2024 werd de verplichting tot vaste verbinding weggenomen. Dit heeft voornamelijk impact op balkon-PV-systemen en kleine mobiele batterijen met huishoudelijke stekker, maar ook op bi-directionele on-board chargers voor elektrische voertuigen, en bijvoorbeeld mobiele generatoren voor werven en evenementen.

 

Kerndata :

17.10.2024

Publicatie van het amendement 2.2 van het technisch voorschrift C10/11

Vanaf deze datum kunnen fabrikanten van dergelijke toestellen een C10/26-homologatie aanvraag indienen voor plug&play toestellen. De bestaande C10/26-homologatieprocedure is ook toepasbaar voor deze toestellen.

17.04.2025

Inwerkingtreding van het amendement 2.2 van het technisch voorschrift C10/11

Vanaf deze datum mogen C10/26-gehomologeerde plug&play toestellen aangesloten worden op een elektrische installatie. Voor de meldingsprocedure en andere modaliteiten: zie website van de betreffende netbeheerder voor meer informatie.

 

Plug&play toestellen : Aandachtspunten voor de gebruikers

Specifiek voor plug&play systemen met huishoudelijke stekker gelden enkele bijzonderheden:

• Volgens het AREI worden deze toestellen beschouwd als een product, dat wil zeggen een mobiel of verplaatsbaar toestel dat via een contactdoos kan aangesloten worden op een elektrische installatie. Bijgevolg is er bij de aansluiting van dergelijke toestellen op een elektrische installatie geen verplichting tot een gelijkvormigheidscontrole vóór ingebruikname (AREI boek 1, hoofdstuk 6.4) noch een controlebezoek (AREI boek 1 hoofdstuk 6.5), zoals dit wel voorzien is voor elektrische installaties. Het blijft echter wel de verantwoordelijkheid van de eigenaar, beheerder of uitbater van de elektrische installatie waarop dergelijke toestellen worden aangesloten, om te waken over de compatibiliteit met, en impact van een dergelijke aansluiting op zijn elektrische installatie, en indien nodig de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen aan zijn elektrische installatie om de conformiteit met het AREI te vrijwaren.

• Elektrisch materieel moet voldoen aan de Europese regels, waaronder een CE-markering en een EUconformiteitsverklaring, en ook aan de algemene bepalingen van het AREI over elektrisch materieel aangesloten op een elektrische installatie (zie onder meer AREI boek 1, Afdeling 1.4.2 Elektrisch materieel, en Afdeling 5.1.3 Conformiteit met de normen). De aansluiting en het gebruik van elektrisch materieel moet de gebruiksaanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant naleven. Deze aspecten vallen buiten de bevoegdheid van Synergrid.

• Het voorschrift C10/11 waakt over de stabiliteit en de veiligheid van het distributienet. De interne veiligheid van de installatie van de gebruiker valt buiten de bevoegdheid van dit voorschrift. Het is dus voor de veiligheid van de gebruiker en zijn elektrische installatie van belang zich te informeren over de risico’s via de gebruiksaanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant, en de instructies van de fabrikant strikt te respecteren om gevaarlijke situaties te voorkomen.

• Mogelijk zijn voor plug&play toestellen nog andere verplichtingen en beperkingen (buiten scope van dit voorschrift) van toepassing. De gebruiker dient zich desgevallend hierover vooraf duidelijk te informeren bij de dienst stedenbouw van de gemeente in geval van balkon-PV, de vereniging van mede-eigenaars in geval van een appartementsgebouw, de verhuurder ingeval van huur van een onroerend goed, de verzekeraar van de brandverzekering, … .